Flying Legends 2011

Donderdag 7 juli, 23.41h. Ik lig in mijn bed en kijk voor de laatste keer op mijn lijstje met dingen die ik zeker moet meenemen. Camera’s, lenzen, de extra batterijen,…het ligt allemaal klaar in de fototassen aan mijn bureau. Uiteindelijk val ik net niet in slaap. Mijn grijze massa schijnt nog steeds – onbewust – bezig te zijn met die dingen die ik niet mag vergeten, en ik spring dan ook terug uit bed om nog een paar dingen in mijn koffer te leggen. Oef, terug het bed in.


© Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Vrijdag 8 juli, 07.45h. Ruud belt aan, en ik sprint naar de deur. Alles staat nu écht klaar! We vertrekken richting Calais. ’s Namiddags, als we eenmaal geïnstalleerd zijn in onze B&B, besluiten we al een kijkje te gaan nemen om te zien wat er reeds op Duxford klaar staat. Na een paar kleinere – en dat is zacht uitgedrukt – wegen te hebben genomen zien we nog meer mensen langs de kant van de weg staan. We stoppen en kijken alsof we een volleerde warbirdpaparazzo zijn door onze telelenzen. Het eerste wat me opvalt is de Tante Ju, de Duitse Junkers Ju-52/3m van Lufthansa Traditionsflug. Deze taxiet naar het einde van de baan en stijgt op. Het blijft verbazen dat dit toestel aan zo’n lage snelheid in de lucht kan blijven. De Tante Ju cirkelt een paar keer rond, waarbij ze minstens een keer recht boven onze hoofden vliegt. De bochten die deze Junkers kan maken zijn letterlijk zoals op een postzegel: heel kort, dus! Kort nadien keert ze terug naar het veilige asfalt van Duxford. Buiten een T-6 (Harvard, of iets dat daarvoor moet doorgaan) vliegt er niet veel en kijken we dus nog maar eens of we de talloze toestellen op de flight line kunnen identificeren. Een eenzame Spitfire staat aan de kant van de autosnelweg. Ik herken de kentekens CR-S. Deze prachtige Mk. XVIe is voor mij een oude bekende, van de show van twee jaar geleden. Verder zien we er een donker geschilderde Skyraider staan, naast een broertje in kleuren van de Franse marine, en eentje die de kleuren van de Amerikaanse marine draagt. Dan uit ik een kreet van verbazing: er staat niet één Corsair, maar twee. Waar de tweede vandaan komt, weet ik nog niet op dat moment. Uiteindelijk blijkt het toestel toe te behoren aan Max Alpha Aviation, een partner van het Duitse Meier Motors. Verder zien we niet minder dan vijf Mustangs staan. Met name Big Beautiful Doll, en de onlangs aangekomen Fragile But Agile en February springen in het oog. Deze laatste twee zijn per schip en via de weg vanuit de VS naar Duxford gebracht. De Horsemen, een team dat anders met drie Mustangs vliegt, zal nu vliegen met de twee ‘eigen’ Mustangs. De piloten zijn Ed Shipley (links) en Dan Friedkin (rechts), die zich samen met Jim Beasley (de leader van de formatie, die deze keer niet meevloog) twee jaar geleden al bewezen tijdens Flying Legends 2009.


© Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Verder is er een Spitfire te zien die ons doet denken aan een Mk.V of Mk. IX, maar die we niet kunnen identificeren vanuit die hoek. Terwijl ik de flight line afspeur, zie ik terwijl ik met mijn andere oog knipper iets blinken, omdat de zon net terug door de wolken breekt. Daar staat mijn persoonlijke favoriet, de P-38 Lightning, naast een kleinere landgenoot, de Franse P-40N.

Dan komt er plots iets met twee paar vleugels op de runway af. Aan de lage snelheid die je automatisch aan een tweedekker linkt, landt G-ECAN vlotjes. Het is een DH.84 Dragon, de voorloper van een klassieker, de DH.89 Dragon Rapide. Op Duxford worden ook vluchten gedaan met de DH.89s van Classic Wings.


© De DH.89 Dragon Rapide.

Een halfuur later, kort na zes uur Belgische tijd, klinkt het diepe gebrom van twee Pratt & Whitney stermotoren. De Franse C-47B van de Association Normandie zal morgen haar blinkende zus uit Noorwegen vervoegen.

The Horsemen zijn duidelijk de lucht ingegaan, want het karakteristieke geluid van de Packard Merlins weerklinkt. In het filmpje hieronder kan je het typische geluid goed horen, vooral als ze duiken.


© Een van de Horsemen, klaar om op te stijgen. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

The Horsemen P-51 Mustang Flying Legends Duxford 2009 from Yannick Barthe on Vimeo.

Dan Friedkin en Ed Shipley zijn in goede conditie. Hoe meer Gs, hoe hoger hun snelheid, hoe lager ze boven de runway vliegen…hoe meer ze ervan schijnen te genieten, net zoals wij. Ze mogen dan te ver van ons verwijderd zijn om ze goed te kunnen fotograferen, maar het is bijzonder aangenaam om deze privéshow te mogen meemaken.


© De command flag van een Air Marshal van de RAF op een van de Spitfires. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Na een practice display die The Horsemen echt wel in de vingers schijnen te hebben, houden we het voor bekeken. Eenmaal thuis bereiden we alles voor, de volgende ochtend staat de eerste airshowdag immers op het programma.

Bij aankomst in het media centre de volgende ochtend blijkt dat er geen fotoshoots op het programma staan, tot onze teleurstelling. De enige andere mogelijkheid om zo vrij als een vogel – nouja, bijna dan – foto’s te maken van de toestellen op de flight line blijkt tussen 7.15h en 9h te zijn, wat ons wel erg vroeg leek op zaterdagochtend. We beloven de volgende dag, op zondagochtend, stipt op tijd te zijn. Flash-forward naar de volgende dag. We zijn dat op zondag ook – fanatiek als we zijn, slaan we het nochtans schitterende Engelse ontbijt over en vertrekken voor dag en dauw naar Duxford. Het zegt veel over dit evenement, dat je als organisatie de mensen van de media of pers op zo’n vroeg tijdstip – en op zondagochtend notabene – uit hun bed krijgt. Meer dan anderhalf uur lang proberen we de aanwezige toestellen zo goed mogelijk vast te leggen.


© Een Spitfire Mk. Vb – net zoals zeventig jaar geleden. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

© ‘Frankrijk, juli 1940’. Of is het Duxford, anno 2011 ? Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Hierna lopen we rustig de flightline eens volledig op en af. We zijn niet de enigen – de prijs van 5 Britse pond schijnt weinig warbirdfans af te schrikken. De talrijke unieke(re) toestellen, zoals de Lightning en de Corsairs, zijn uitermate populair, alhoewel de re-enactors (mensen verkleed in de uniformen en kleren van die tijd) ook veel aandacht krijgen en graag op de foto willen, tot vreugde van zowat iedereen met een camera in de hand. Deze Corsairs hebben een dubbelzijdige elegantie. Op de grond staan ze hoog op hun landingsgestel, maar eenmaal in de lucht zijn ze letterlijk, zoals de Japanse troepen ze noemde, de fluitende dood. Ze klieven door de lucht alsof het een mes door boter betreft.


© De Corsair klieft door de lucht – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Het zegt veel over dit evenement, dat je als organisatie de mensen van de media of pers op zo’n vroeg tijdstip – en op zondagochtend notabene – uit hun bed krijgt.

Ondanks de talloze gemaakte foto’s lijkt zondagochtend ons een betere optie voor de static foto’s, en we begeven ons dan ook naar de uitgang. Wanneer ik bijna aan de uitgang ben, word ik aangeklampt en hartelijk begroet door een Brit wiens gezicht niet meteen een belletje deed rinkelen. Ik zie een groot statief staan, met een dito camera en lens erop. De milliseconde daarop herinner ik me weer wie van mijn Britse ‘connecties’ er ook naar Flying Legends ging. Het blijkt om Tony House te gaan, een van de vaste bezoekers in de Mach Loop, die Ruud kent.

Ondertussen loopt het tegen het middaguur aan en laat ons spijsverteringsstelsel – dat nog steeds op Belgische tijd staat, blijkbaar – van zich horen. Na elk iets naar onze zin te hebben gevonden eten we en gaan we naar de oostkant van de baan, waarachter een autosnelweg, de M11, loopt.


© De Red Bull P-38 Lightning – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Rond kwart voor twee gaan de eerste toestellen de lucht in. Het gaat om niet minder dan zeven Spits, een Hurricane en, uiteraard, hun tegenstanders, de Messerschmitts. Net zoals een ruime zeventig jaar geleden vormen de Spits en de Hurricane een team tegen de Bf-109s, zij het dat deze keer de Britten het numeriek overwicht hebben. Het hoogtepunt voor mij was de 109 met Afrika Korps-kleuren. Of moet ik zeggen Buchon ? Het zijn tenslotte allemaal Spaanse afgeleiden van de 109, en geen ‘echte’. Nu, echte 109s of niet, ze lijken er alleszins erg goed op, op de radiator onder de neus na. Tegen de nu echt donkere hemel doen beide partijen hun formatievluchten en lage passages boven de baan. Het begint te regenen. Stephen Grey, de grote baas van The Fighter Collection, schijnt dan toch geen rode-telefoonlijn te hebben met de weergoden hierboven, in tegenstelling wat een aantal misschien hoopten.


© Een van de schitterende Hawker tweedekkers, in dit geval een Hind van de The Shuttleworth Trust.

Wiskunde was nooit mijn sterke kant, maar dat fotomateriaal + water = problemen inhoudt, weet ik wel. Alles gaat dus terug in de tas, maar ligt klaar om het binnen enkele seconden terug in mijn handen te hebben. Ik kijk en geniet van het geluid, de geur die deze oude motoren de lucht insturen en het uitzicht. Zonder het geklik van de collega’s (ik sta in het hoekje dat voor de pers en media bestemd is), zou ik me voelen alsof ik hier 70 jaar eerder stond. Spitfires. Het geluid van hun Rolls-Royce Merlins en Griffons. Messerschmitts. De locatie. Het typische landschap. Zelfs het weer, dat nu letterlijk dramatisch is. Enfin, the show must go on! De Hurricane werd door de bekendere klassiekers dan misschien wat in het hoekje gedrongen, maar moest niet onderdoen voor de brullende Messerschmitts. Het blijft een fantastisch toestel. Als je dacht dat hiermee het hoogtepunt (talloze Spitfires, de Hurricane en de Buchons) van de show in het begin was geprogrammeerd, think again!


© Een landende Fokker Dreidecker Dr.I – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Als je dacht dat hiermee het hoogtepunt (talloze Spitfires, de Hurricane en de Buchons) van de show in het begin was geprogrammeerd, think again!


© Een Skyraider in kleuren van de Franse marine. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Daarna is het de beurt aan alles wat met de marine(s) te maken heeft. De drie Skyraiders gaan de lucht in, samen met de prachtige Bearcat van The Fighter Collection en de Duitse Corsair (die een Franse registratie heeft – het klinkt nogal raar gezien de vroegere relaties tussen beide landen, maar toch). Alle vijf worden ze even magistraal voorgevlogen. Een Skyraider moet het van het geluid, z’n snelheid en zijn grootte hebben. De Corsair (bekend als de ‘whistling death’) is dan weer licht, wendbaar en is qua snelheid zeker de gelijke van de grote broertjes. Een bescheidener toestel, zeg maar. Klein maar fijn mag dan misschien cliché klinken, maar het is wel zo. Ach, klein…Niet echt, als je weet hoe groot de propeller is van deze Corsairs (meer dan vier meter in diameter!).


© Een opstijgende P-40B van The Fighter Collection.

Na een aantal indrukwekkende rolls en high-speed passages is het tijd voor een nieuw thema. The Horsemen. Ed Shipley en Dan Friedkin zijn in hun Mustangs al het luchtruim ingegaan. ‘February’ en ‘Fragile But Agile’ heten ze. Deze laatste naam is erg toepasselijk voor hetgeen op zondag gebeurde. The Horsemen vlogen twee jaar geleden al op Duxford, met drie toestellen uit het Verenigd Koninkrijk. Nu zijn ze nog eens zo indrukwekkend, door de extra ruimte die ze kregen. Waar in 2009 ze al een mooie eerste indruk maakten, werden we nu net niet omver geblazen door de kracht en de puurheid die uitgaat van deze display. Het is alsof je een vogel bekijkt die perfecte bochten neemt, optrekt, en een roll uitvoert. Ze zijn letterlijk en figuurlijk een met hun machines. De mens en de machine verenigd. Eigenlijk is het woord indrukwekkend, dat ik daarnet gebruikte, nog niet genoeg.


© Een Hawker Fury T.20. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Sally B, de enige vliegende B-17 in Europa, neemt ook dit jaar deel aan deze warbirdfestiviteiten. Good ol’ Sally heeft haar thuisbasis op Duxford, dus het zou zonde zijn om ze stil te laten staan. Haar 1200 pk motoren worden gestart, en met het geluid dat haar motoren eigen is, taxiet ze richting het einde van de baan, waar ze klaar staat om op te stijgen.


© Sally B, de enige vliegende B-17 in Europa. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

En passant komen de Mustangs terug, behalve ‘Big Beautiful Doll’ en ‘Fericious Frankie’. Zij komen enkele minuten later al in een rustige formatievlucht voorbij, als escorte voor de kranige dame die Sally B eigenlijk wel is. Nadien verbreken ze de formatie en is het aan Sally B om, net zoals haar nose-art, het bloed sneller te doen stromen. Ze mag dan niet de snelheid, wendbaarheid of kracht uitstralen van een jager à la Mustang of Lightning, maar ze blijft de’ queen of the skies’ boven Duxford, zoals ze daar zouden zeggen. Op het moment dat ze de rookinstallatie bij motor 1 aanzetten slaat mijn hart een slag over. Oef, het is toch maar de gewone rook die bij de display hoort. Met de recente gebeurtenissen (het verlies van een B-25 in Frankrijk, een B-17 in de Verenigde Staten en de buiklanding van een Seafire in Frankrijk) in gedachten zou het zonde zijn geweest om alweer een warbird – waarvan er al zo weinig zijn – te verliezen. De bemanning van de goede ouwe Sally laten hun toestel van haar beste kant zien, door royaal gebruik te maken van de rolroeren en ons dus ook iets anders te tonen – hier zie je tenminste de andere vleugel nog eens, in plaats van slechts een kant. Kort na de eerste rookpassage van Sally B raken de wielen van de Big Beautiful Doll en Fericious Frankie de tarmac en het gras van Duxford.


© Lolar, de Ierse DH.86 Dragon, en de DH.89 Dragon Rapide. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

En dan is het de beurt aan de de Havilland Dragonfamilie. Kort voor de show werd aangekondigd dat er dit jaar drie zouden zijn – ‘Lolar’, in Aer Linguskleuren (een DH.84), G-AGJG van de Havilland Support (een DH.89A) in camouflagekleuren, en G-ECAN (een DH.84) van de Norman Aeroplane Trust, in Railway Air Services-kleuren. Deze bescheidenere toestellen vallen op door hun wendbaarheid en mooie passages. Eerst is het de beurt aan ‘Lolar’ en de Dragon Rapide om een passage te doen in een vrij strakke formatie. Zoals ik ze door mijn zoeker zie schijnen ze erg dicht bij elkaar te vliegen. Nadien is het aan G-ECAN, met een landende Sally B als tussendoortje. Het moge duidelijk wezen dat op Duxford geen minuten verloren gaan tussen twee toestellen. Dan komt de Dragon Rapide – een toestel dat uw dienaar het meest elegante van de twee de Havillands vindt – agressief aanvliegen en aldus een opgemerkte flyby (of flypast zo u wil) uitvoert. De twee Dragons komen netjes naast elkaar voorbij. Deze toestellen lijken fragieler dan de Dragon Rapide en worden ook zo gevlogen. Het blijft desondanks een mooi zicht dat je meteen terugflitst naar de jaren ’30 van de vorige eeuw. Uiteindelijk zet de hele familie de landing in en is het tijd om weer van klein naar groot te gaan.


© De Avro Lancaster van de Battle of Britain Memorial Flight – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

De Junkers Ju-52/3m zet zich namelijk in beweging. Na een aantal passages van de Lancaster van de Battle of Britain Memorial Flight zal ook zij het luchtruim kiezen. De Lancaster stelt niet teleur en laat zich van haar mooiste kant zien – met andere woorden, de bank angle is voldoende om er een mooie foto van te maken. Terwijl onze Tante zich verwijdert, blijken er tevens Fokker Dr.I (Dreideckers: driedekkers) in de lucht te zijn. Deze tonen wat ze in hun mars hebben door letterlijk en figuurlijk op een postzegel bochten te nemen en manoeuvres te doen waarvoor je als toeschouwer wel je hoed moet afnemen. De wendbaarheid van zo’n Dreidecker is uitzonderlijk en indrukwekkend om te zien, ondanks dat we ze eerder in 2009 al aan het werk zagen. Het geeft zeker een beeld hoe men boven Noord-Frankrijk en België vocht tussen 1914 en 1918.


© De P-38 Lightning staat klaar om op te stijgen. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Vervolgens komt onze Tante Ju weer aangevlogen, langzaam maar zeker (met de nadruk op langzaam!). Ze mag dan niet zo indrukwekkend zijn als een Lancaster of B-17, het blijft leuk om ze te zien, onder andere door de BMW-motoren, die het toestel voorzien van een erg mooi geluid, namelijk een erg zacht gebrom. Lezers die ooit de film ‘Valkyrie’(2008) hebben gezien, weten waar uw dienaar het over heeft. Het is een groot contrast, vergeleken met een luidruchtige B-25 bijvoorbeeld.


© De Skyraider op short final, met de dreigende lucht op de achtergrond. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Het programma is hectisch, maar dat maakt het ook leuk – je verveelt je hier geen seconde! Vijf minuten voor de Lancaster. Acht minuten voor de twee Duitse toestellen. Acht voor de Hawk 75 en de drie P-40s. Acht voor twee Nimrods, de Hind en de Demon. En elke display sluit telkens naadloos aan bij de vorige. Vliegtuig X kan zo een display toen, terwijl toestel Y dan weer aan het landen is en Z al opstijgt.


© De P-40B van The Fighter Collection – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

© De Hawker Sea Fury van de Royal Navy Historic Flight uit Yeovilton – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Nu, verder met het programma. Terwijl de Junkers terugkeert naar terra firma, ronkt er een Fury T.20 voor onze neus. Ik profiteer van de gelegenheid om even een aantal foto’s te maken met een langere sluitertijd. En daar komen ze! In een ‘four finger’ formatie (twee secties met elk twee toestellen) komen ze aangevlogen: de P-40s en de Hawk 75 zijn er! Er zijn niet veel gelegenheden waar je een dergelijke formatie, met toestellen die allemaal uit de Curtiss-stal komen, te zien krijgt. Elk maken ze indruk. De P-40F, in een woestijnkleurtje, is mijn favoriet van de vier. Hij is nog maar onlangs aangekomen, uit Australië, maar maakt meteen indruk op ons. Het is eentje met een geluid dat verdacht als een Spitfire met Merlinmotor klinkt: jawel, deze P-40F heeft een Packard Merlin-motor onder de motorkap zitten.

Hij wordt net iets agressiever gevlogen dan de andere, zo schijnt het ons toe. Sneller, lager, krachtiger zijn zo’n beetje de kernwoorden bij deze display. Een genot om te zien. Alhoewel de P-40B van The Fighter Collection ons ook kan bekoren. Je waant je er zowaar in 1941 mee, ten tijde van Pearl Harbor.


© Sir Sydney Camm wordt ook geëerd: de Hawker Demon van Demon Displays – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Dan valt mijn oog – en niet alleen het mijne, getuige het talrijke ‘geklik’ van mijn collega’s naast mij – op vier tweedekkers. Bijna ongemerkt zijn de vier Hawkers opgestegen. Het gaat om twee Nimrods, een Hind, en een Demon: een unieke formatie! De Nimrods zijn aparte ontwerpen, terwijl de laatste twee varianten zijn van de Hawker Hart. Allemaal zijn ze het geesteskind van die ene legendarische ontwerper bij Hawker, Sir Sydney Camm. Hij had alleszins een gevoel voor stijl en klasse, want bijzonder mooi zijn ze wel. Een stukje trager dan de Curtiss P-40s, of zelfs hun voorganger, de Hawk 75, maar elegantie is er in overvloed. Het feit dat ze wat trager vliegen dan de andere toestellen is, technisch gezien, een verademing. We kunnen eindelijk wat rustiger fotograferen, in plaats van de hele tijd van links naar rechts, van onder naar boven en weer terug te zwaaien met de camera en lens. Ondanks mijn niet erg vaste hand waag ik het erop om de sluitertijd lichtjes te laten zakken. Oef, gelukt, mede dankzij de lage snelheid van deze mooie Hawkers. Vooral de Hind (‘K414’) van The Shuttleworth Trust, en de Demon (K8203) van Demon Displays zijn subliem om aan te zien, met de verchroomde neus. “Those magnificent men in their magnificent aeroplanes…” komt spontaan in me op bij het zien van deze toestellen.


© Een schitterende Hawker, een van de geesteskinderen van Sir Sydney Camm. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

© Het dodelijke 20mm Hispano kannon van een van de aanwezige Spitfires. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Nog geen minuut nadat de Hawkers zijn geland, komt de eerste Hawker Fury (en deze keer een eendekker!) in onze richting gevlogen. Het geluid doet ons opschrikken en instinctief draait iedereen naar links. De sluitertijd gaat terug omhoog, om deze razendsnelle toestellen te kunnen bijhouden. Het is de grijze T.20, een tweezitter. Hij komt voorbij geraasd alsof z’n leven er van af hangt. Oh, nee wacht even. Dan horen we het geluid van nog een ander toestel, dat nog sneller lijkt te gaan! De Amerikaanse fotograaf naast me ziet dat ik ‘m niet meteen zie afsteken tegen de grijze lucht, en tikt me op de schouder. “Over there, son!”

De Amerikaanse fotograaf naast me ziet dat ik ‘m niet meteen zie afsteken tegen de grijze lucht, en tikt me op de schouder. “Over there, son!”

Hij steekt z’n arm uit naar een stipje in de verte dat snel groter wordt en net voor het terrein van Duxford begint, sterk daalt. Het geluid van de Bristol Centaurus klinkt me weer als muziek in de oren. Met 2480 pk onder de motorkap, en een subliem gestroomlijnde romp, kan een Sea Fury op grote hoogte zo’n 740 km/h halen. Maar ook op lage hoogte stelt de Sea Fury niet teleur, tot plezier van alle aanwezigen. Wanneer ik later die dag de foto’s van die passages nakijk, zie ik dat ze op 1/500 zijn genomen. Zelfs bij zo’n korte sluitertijd is er nog de zogeheten prop blur. Anders gezegd: het aantal toeren dat die motor doet, is hoog! De snelheid waarmee het toestel ons voorbij schiet is, wel…waanzinnig is hier het juist woord. Het doet je twijfelen of er echt geen verdoken straalmotor in dat toestel zit. En dan duikt de derde Fury op, die van de Royal Navy Historic Flight uit Yeovilton. Ook deze doet de reputatie van de Furies eer aan. Een minuutje nadat de Furies het luchtruim weer vrijmaken, komt de Curtiss H75 binnen. Geen indrukwekkende nadering deze keer, maar rustig aanvliegen, met een dito landing. Terwijl ik de laatste foto’s van de Curtiss z’n landing maak, bereikt het gebrom van een andere stermotor mijn oor. Ik kijk op en zie een Swordfish opduiken. Het blijkt om LS326 te gaan, een oudere dame van 68 jaar oud, die sinds drie jaar geleden weer luchtwaardig is. Het is een toestel waarmee de piloot geen al te halsbrekende kunsten uithaalt, maar rustig laat zien hoe mooi dit toestel is, mede dankzij de lage snelheid. De Swordfish z’n maximum is namelijk slechts 225 km/h…Het is des te indrukwekkender dat deze trage toestellen ooit een doorbraak forceerden in WOII, tijdens het gevecht de Duitse Bismarck, een slagschip van de Kriegsmarine.

Tussen 1999 en 1 juli 2008 werd het toestel gerestaureerd, en het is tot in de details weer afgewerkt – dat zien we al met het blote oog. Nog een laatste passage van die ene Fury van de Royal Navy Historic Flight, en het thema ‘marineluchtmacht’ is afgesloten.


© Daarom zaten ze dus met z’n drieën in de Swordfish…Let op de twee saluerende bemanningsleden achteraan. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Terwijl ik het ene geheugenkaartje uit mijn camera neem en het andere erin steek, keren de Furies weer terug. En dan is le moment suprême aangebroken: de toestellen van Red Bull komen eraan! De P-38 begeeft zich met zacht draaiende motoren (de Allisons van de Lightning zijn vloeistof-gekoeld en een stuk stiller dan de stermotoren die je in veel gevallen in warbirds ziet), en onder het geklik van zowat iedereen die een camera in de hand heeft, naar het begin van de baan. Z’n broertje, de Corsair, is al in de lucht. Terwijl de Lightning z’n wielen de vaste grond verlaten, scheert de Corsair door de lucht, als ware het een scheermes. De snelheid waarmee dit toestel zich op z’n rug draait verbaast ons opnieuw. Je wordt er zelf bijna duizelig van.


© De P-38 Lightning en F4U Corsair van Red Bull – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

En dan komt van het andere eind van de baan de P-38 aangevlogen. Vergeef ons de Bijbelse termen, maar een engel die uit de hemel neerdaalt zou het niet mooier kunnen doen. Hij vliegt op het eind van de baan af, rolt 90 graden rond z’n lengte-as, en trekt dan weer keihard op. Alsof het een pianovirtuoos is die z’n symfonie speelt, zo wordt deze Lightning door de lucht gestuurd door de piloot. Deze P-38 heette in een vorig leven White Lightnin en vloog tot een crash, door motorpech, in 2001 in de Verenigde Staten. Na een grondige herstelling en een verplaatsing per schip, vliegt het toestel tegenwoordig bij Red Bull. Het is eigenlijk een P-38L, maar heeft de karakteristieke motorinlaten van de vroegere P-38s, zoals de P-38F.


© De P-38 Lightning. Let op de motorinlaten, deze zijn dezelfde als vroege(re) modellen van de P-38 – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Z’n collega in de Corsair verkiest de veilige grond boven de lucht, terwijl de P-38 steeds indrukwekkendere manoeuvres doet. Slechts een kleine vijf minuten duurt deze performance, maar wat voor een performance dan ook!Een opmerking die ik veel hoorde was dat beide toestellen ontsiert werden door het, om het zacht uit te drukken, nogal prominente logo van Red Bull, op hun neuzen. Warbirdfanaten als we zijn, vinden we het ergens begrijpelijk dat velen dit logo liever kwijt dan rijk zouden zijn. Als je echter realistisch bent, weet je goed genoeg wat voor een reusachtige sommen er betaald worden om deze toestellen te verzekeren, te onderhouden, te vliegen, ergens in een hangar te zetten tussen verschillende vluchten door, en ga zo maar door. Ons standpunt: liever een schitterende, vliegende P-38 Lightning met logo erop, dan eentje in een museum, of op de schroothoop.

…Liever een schitterende, vliegende P-38 Lightning met logo erop, dan eentje in een museum, of op de schroothoop.

Na al dit zware Amerikaanse geweld, gaan we terug naar het principe ‘klein maar fijn’. Tweedekkers dus, in dit geval een Dreidecker en een Nieuport. Ook hier volgde weer de klassieke dogfight tussen de twee waarbij, voorspelbaar nietwaar, de Duitser het onderspit moest delven.


© De Nieuport met z’n gedoodverfde tegenstander, de Dreidecker, in de six o’clock position. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Met als tussendoortje de Yak 9 en de Morane-Saulnier MS.406, kwam de show zo bijna tot z’n einde. Na een mooie formatievlucht langs het publiek en elk z’n display, was het tijd voor de kers op de taart. In die functie kwamen de twee Dakotas in actie. De ene is een nieuweling binnen het Flying Legends-gebeuren: de C-47B van de Association Normandie. De andere is een vaste bezoeker op deze tweedaagse: de C-53D van de stichting Dakota Norway. Beide toestellen zijn nog even – excusez-le-mot – sexy als toen ze gebouwd werden. Vooral de Noorse Dakota kan onze voorkeur wegdragen, door het blinkende kleedje dat ze draagt. De stalgenoot uit Frankrijk daarentegen heeft een somberder, mat kleurenschema, dat gelukkig doorbroken wordt door de ‘invasion stripes’. Een tijdje staan beide toestellen op enkele meters van ons, met draaiende motoren. Het geeft iedereen in de buurt de gelegenheid om er een aantal mooie foto’s van te maken. En dan hoor je het toerental de hoogte ingaan en het geluid vervaagt naar een zacht gebrom.


© De sublieme Dakota uit Noorwegen – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Als ze de lucht in zijn, vliegen ze in een onverwacht dichte formatie, geleid door de Noren. Voor zo’n grote toestellen zijn ze behoorlijk wendbaar, en dat laten ze ook blijken. De bank angle gaat vlotjes voorbij de 45°, en de dingen die ze doen zou je allerminst verwachten van een DC-3 of C-47, eerder van een Mustang!


© Wijlen Big Beautiful Doll, de P-51D die slechts voor korte tijd in Duitse handen was. Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

En dan was het tijd voor de finale, om het zo te zeggen. De Balbo. Terwijl de Dakotas in de lucht bleven, waren zowat alle andere toestellen klaar voor op te stijgen. Met Stephen Grey in z’n Bearcat als ‘Joker’ in pole-position, gingen ze en masse de lucht in. Wat ’n geluid…De P-38, de Corsairs, de Spitfires, de Buchons, de Skyraiders, de Sea Furies, de familie Curtiss. Allemaal aanwezig. Terwijl Stephen Grey de menigte in z’n greep houdt – de man is ondanks z’n leeftijd uitzonderlijk kwiek, zo blijkt opnieuw – vormen de andere toestel een grote formatie. The Big Wing revisited, zeg maar. Bijzonder toepasselijk, als je weet dat die van Douglas Bader komt en hij ooit op deze plaats gestationeerd was. Stephen Grey bleef de ene manoeuvre na de andere uit z’n hoed schudden. Hoe hij het blijft doen weten we niet, maar we nemen onze hoed af voor deze man, die nog steeds een uitzonderlijk goed piloot blijkt.


© Recht uit de film ‘Pearl Harbor’ ? Deze P-40B draagt het kleurenschema van deze tijd.

Zondag bleek een gevaarlijke dag. Eerst was er een Dreidecker die tijdens de landing op z’n neus belandde, waarbij de piloot niet gewond werd. Het tweede was een Skyraider die kwam aanvliegen en blijkbaar een landende Spitfire niet gezien had, terwijl deze laatste al in het circuit zat (op long final om precies te zijn).


© Een van de laatste landingen van Big Beautiful Doll.

Het laatste was uiteraard de onfortuinlijke botsing tussen de Skyraider van de Amicale Jean-Baptiste Salis enerzijds en de P-51 Mustang ‘Big Beautiful Doll’ van de Air Fighter Academy (uit Duitsland) anderzijds. Dit gebeurde toen een sectie van de Balbo de formatie verbrak, zoals het normaal gebeurt. De Skyraider raakte de Mustang met z’n rechtervleugel net voor de staart. Rob Davies, de voormalige eigenaar en op dat moment de piloot, kreeg het toestel niet meer onder controle en sprong eruit. De Skyraider verloor een flink stuk rechtervleugel, maar hier slaagde de piloot erin om het toestel weer recht te krijgen. Hij landde uiteindelijk op Duxford. De balans: een volledig vernietigde Mustang (‘Big Beautiful Doll’), een geschrokken maar ongedeerde (zij het volgens sommige bronnen licht gewonde) piloot (Rob Davies) die landde in een veld met z’n parachute, en een Skyraider met een flink stuk rechtervleugel minder.


© De P-40F van The Fighter Collection – Joris Van den Berghe – Flightlevel.be

Nawoord

Flying Legends is misschien niet bepaald goedkoop als weekendje uit, maar het blijft het geld volledig waard. Waar elders zie je meer dan 55 oude toestellen, met de mogelijkheid om er zo dicht bij te gaan staan en bijna hun geur van olie en brandstof te kunnen opsnuiven ? Waar vliegen ze zo indrukwekkend, dat je er zelf stil van wordt en je camera opzij legt, uit verbazing ? Als het regent, zou je verwachten dat iedereen binnen in het museum gaat schuilen. Niet bij Flying Legends. Zegt dat niet genoeg over hoe goed deze show eigenlijk is ?

Dit verslag is gewijd aan Willy ‘Max’ Horemans, een andere warbirdliefhebber die in mei 2011 plotseling overleed.

Met bijzondere dank aan David Spinnael voor de ondersteuning, Sam Derdeyn, Ruud ‘Taxi’ Jakobs, en uiteraard Esther Blaine, Gabriela Obluda en de ‘media escorts’, van Imperial War Museum Duxford.

The author would like to express his gratitude to Esther Blaine and Gabriela Obluda, Imperial War Museum Duxford’s Public Relations Manager and Imperial War Museum Duxford’s Marketing Manager, respectively, as well as the media escorts, for their hospitality and kind assistance during the two days and for making this feature possible.