F-22 crasht in afgelegen gebied in Alaska

Dinsdag geraakte een F-22 Raptor, callsign ‘Rocky Three’ tijdens een oefenvlucht ’s nachts rond 19.40h plaatselijke tijd verwijderd van zijn leader ‘Rocky One’ en verloor contact met de luchtverkeersleiding. Het ging om een toestel van de 3de Wing uit Elmendorf in Alaska.


© Lockheed-Martin 

“Twee F-22 toestellen hadden hun oefening afgewerkt, zo’n 160 kilometer ten noorden van Elmendorf, (in de buurt van Denali National Park, nvdr). Alles was in orde tot 19.40h, toen ‘Rocky Three’ ineens van de radar verdween en de communicatie wegviel (deze toestellen zijn (zo goed als) onzichtbaar op de radar en om deze op de radar te kunnen zien wordt mogelijk een transponder gebruikt, nvdr). De andere piloot, Rocky One’, moest naar een tanker om bij te tanken in de lucht. Nadat de overdracht van brandstof voltooid was begon ‘Rocky One’ uit te kijken naar het verdwenen toestel.”

Tegelijkertijd werden een C-130 en HH-60 Pave Hawk reddingshelikopters erop uit gestuurd door het coördinatiecentrum van de Alaska Air National Guard (een reservistenonderdeel dat per Amerikaanse staat is georganiseerd en kan geactiveerd worden door de gouverneur van de staat in kwestie of de Amerikaanse president, nvdr), op zoek naar de Raptor die als een spook was verdwenen in de ijskoude nacht.

Na een hele nacht vruchteloos zoeken vond een helikopter van de Alaska Air National Guard de plaats van de crash om 10.15h ’s ochtends. De locatie klopte met de plaatsgegevens waar de reddingswerkers dachten dat het ongeluk zou zijn gebeurd.

“Ze vonden de plaats van de ramp, maar het was onmogelijk om er te landen,” maakte kolonel Jack McMullen, de commandant van de 3de Wing, bekend. Even later werd er een tweede helikopter de lucht in gestuurd om het gebied te gaan onderzoeken.

“Onze gedachten gaan uit naar de familie van onze vermiste piloot, en we danken alle inwoners van Alaska voor hun (onder)steun(ing) in deze moeilijke tijd. Het vinden van de piloot heeft de hoogste prioriteit.”


© United States Air Force – de plaats van de crash.

Ondertussen werd de zoektocht dus verder gezet.

“We willen weten of de schietstoel zich op de plaats van de crash bevindt of dat hij ergens in het omliggende gebied ligt,” zei luitenant-kolonel Scott Jackson, hoofd van het centrum voor noodoperaties van de Joint Base Elmendorf-Richardson. “Als dat eenmaal duidelijk is, zullen we de plaats van de ramp beveiligen en uitmaken of het er wel veilig is. De grootte van Alaska, het moeilijke terrein en de weersomstandigheden zorgen ervoor dat dit soort operaties moeilijk vanuit een logistiek standpunt,” zei kolonel McMullen daarover. “Het oefengebied waar het toestel is gecrasht is groter dan de Amerikaanse staat Vermont. Het is afgelegen, er zijn geen wegen die ’s winters onderhouden worden en het terrein is er erg ruw. Dit maakt het al moeilijk bij goed weer, maar als je weet dat we in temperaturen moeten werken onder de −17° C en dat er mogelijk zware sneeuw zou kunnen komen, begrijp je wel dat dit een zware onderneming wordt.”

“Omwille van gevaarlijke stoffen rond het toestel zoals de flares (afleiders voor hittezoekende raketten, nvdr), brandstof en andere gevaarlijke dingen, kruipt er veel tijd en werk in het veilig maken van de plaats van het ongeluk,” luidt het bij luitenant-kolonel Jackson. “Het is moeilijk om uit te leggen wat er precies gebeurt momenteel. Wat we eigenlijk aan het doen zijn is iets zoals het bouwen van een kleine stad om de operaties ter plaatse te ondersteunen. In feite bouwen we er een luchthaventje en hotel in een godverlaten gat in Alaska…in the middle of nowhere

Eerst werd de identiteit van de piloot niet bekend gemaakt, totdat duidelijk zou worden wat er met hem gebeurd was. Later maakte de Amerikaanse luchtmacht echter bekend dat het gaat om kapitein Jeffrey Haney, van het 525ste Fighter Squadron. Zijn familie werd dinsdagavond op de hoogte gebracht en kreeg steun van collegapiloten en de meerderen van kapitein Jeffrey Haney. Kapitein Haney was sinds augustus 2003 in dienst bij de USAF. In juni 2006 werd hij gestationeerd op Elmendorf in Alaska.


© Lockheed-Martin 

Vrijdag werd Alaska opgeschrikt door het trieste bericht vanuit de Amerikaanse luchtmacht dat er bewijsmateriaal is gevonden dat de piloot de crash niet overleefde. Deze conclusie wordt getrokken uit het feit dat er onderdelen van de schietstoel zijn gevonden, naast een aantal items die kapitein Haney bij zich zou moeten hebben als hij eruit zou zijn gesprongen.

“We baseren ons op materiaal dat we op de plaats van de crash hebben gevonden en het feit dat we na ondanks twee volledige dagen van uitermate grondig zoeken, zowel vanuit de lucht als vanop de grond, hem nog steeds niet hebben gevonden. We weten nu dat kapitein Haney het toestel niet heeft verlaten voor de crash.”

De zoekoperatie was tot op dat moment nog steeds in volle gang.

“Spijtig genoeg kunnen we dit geen search & rescue-operatie meer noemen, maar we moeten ons nu concentreren op het ophalen van alle materiaal [dat er door de crash verspreid is geraakt, nvdr]. We zijn allen erg geraakt door het verlies van deze schitterende piloot, vriend en Amerikaan. Hij zal erg gemist worden door de 3de Wing en de plaatselijke bevolking. We proberen de familie van Jeff zo goed mogelijk te ondersteunen en doen alles wat we kunnen om hen steun en hulp te bieden.”


© United States Air Force

De luchtmacht is een onderzoek begonnen om de oorzaak van het ongeluk te kunnen bepalen. De opruimingswerkzaamheden zijn nog steeds bezig en zullen mogelijk enkele weken duren. De Amerikaanse luchtmacht zal in de toekomst slechts 185 F-22 Raptors meer hebben. De laatste twintig worden nog gebouwd bij Lockheed-Martin en zullen voor maart 2012 geleverd worden aan de luchtmacht. President Obama keurde het stopzetten van de F-22 productie goed in oktober vorig jaar, nadat een begroting waarin geen budget voor extra F-22s was opgenomen door zowel het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden (vergelijkbaar met de Kamer in België) als de Senaat (gelijkaardig aan onze Senaat in België) was goedgekeurd. Een F-22 kostte in 2009 per toestel minstens 150 miljoen dollar.

Om te vermijden dat er nog toestellen een ‘controlled flight into terrain’-achtig einde zouden kennen, plant de USAF om alle jagers met fly-by-wiresystemen (F-22, F-35 en F-16) uit te rusten met een systeem dat zou moeten vermijden dat een toestel onbedoeld de grond raakt (auto-GCAS of automatic ground collision avoidance system). In de Eurofighter Typhoon is een dergelijk systeem voorzien dat geactiveerd kan worden door de piloot als hij onverwacht zijn volledige oriëntatie zou kwijt zijn (hij hoeft slechts op een knop te drukken). Het toestel neemt dan de controle over van de piloot en zal het toestel weer ‘stabiel’ maken bij een snelheid van 300 knopen, terwijl het licht stijgt. De voorlaatste crash van een F-22 zou hiermee mogelijk niet gebeurd zijn. Testpiloot David Cooley van Lockheed-Martin verloor toen kort zijn oriëntatie tijdens een manoeuvre met 9G. Toen hij zich weer bewust was wat er aan het gebeuren was, dook zijn F-22 aan mach 1,6 naar beneden vanop een hoogte van 14.000 voet. Hij gebruikte de schietstoel toen nog maar overleed door de hoge snelheid (mach 1,4).

Avatar is courtesy of Lockheed-Martin.